Antonij
Elsten werd op Langdonk geboren in 1790, op 12 februari. De pastoor van de
parochie van Sint Jan de Doper vermeldde hem in het doopregister als Antonius
Helsten, een verschrijving in de achternaam die vóór die tijd wel vaker
voorkwam, maar in de negentiende eeuw en later eigenlijk nooit meer. De ouders
van Antonij waren Jan Elsten en Cornelia van den Boom. Antonij werd genoemd
naar de vader van zijn vader. Peter en meter waren Georgius van den Boom, een
broer van zijn moeder en Lucia Elsten, een zuster van zijn vader. Alles volgens
de toenmalige gebruiken. De pastoor voegde bij deze doop er nadrukkelijk aan
toe dat de dopeling van Langdonk kwam.

De doop van Antonij Elsten in het register
van Sint Jan de Doper in Roosendaal.
Over
het korte leven van Antonij Elsten is verder in de archieven heel weinig te
vinden, maar uit de 'Kohieren van de Gemaalgelden' kan toch enige informatie
worden afgeleid. Deze Kohieren zijn lijsten die vanaf 1758 werden samengesteld
als een soort voorlopers van een bevolkingsregister om per hoofd van de
bevolking een kleine belasting te kunnen innen. De opzet van deze lijsten is
heel eenvoudig: een ambtenaar bezocht alle wijken en schreef per straat op wie
er woonde. Dat gebeurde verder zonder nummers. Alleen uit de volgorde van de
opsommingen kunnen speculatieve conclusies getrokken worden over de vraag wie
waar woonde. Wel zijn deze lijsten interessant omdat ze juist over de bewoners
gaan. Andere informatie heeft meestal betrekking op de eigenaren van de huizen
of de grond, bijvoorbeeld in de schotboeken en in de notariële archieven. In de
Gemaallijsten staan dus ook de inwonende knechts en meiden. Volwassenen werden
aangeslagen voor het volle bedrag, kinderen voor de helft. De lijsten zijn
bijgehouden tot ongeveer 1808. De laatste lijsten zijn rommelig. Vanaf ongeveer
1800 zijn wel een soort huisnummers toegevoegd, die soms in combinatie met
latere kadastergegevens toch enige duidelijkheid verschaffen. Later in de negentiende
eeuw zijn de Gemaallijsten vervangen door een uitvoeriger bevolkingsregister.
Ook over de ouders en grootouders van Antonij kunnen we enige informatie uit
deze bronnen afleiden en eigenlijk ook over het leven op Langdonk tegen het
einde van de achttiende eeuw.
Antonij
was het derde kind van Jan Elsten en Cornelia van den Boom.
De
meest waarschijnlijke geboortedatum van Jan Elsten is 4 maart 1759, maar er is enige
onzekerheid. Jan Elsten is namelijk overleden op 22 april 1831 in Roosendaal en
dan wordt erbij geschreven dat hij toen 73 jaar was. Dat klopt dus niet
helemaal. Er is bovendien enige verwarring bij de geboortedatum van Jan doordat
er vier jaar voor zijn geboorte ook al een andere zoon Johannes was geboren (27
augustus 1755) in hetzelfde gezin, die op 20 september 1758 overleden is. Bij
de volgende zoon werd dus dezelfde voornaam gekozen.
Jan
was een zoon van Antonij Elsten, geboren in 1719 en overleden in 1766, en van
Dingena Cools, geboren in 1722 in Nispen-Essen en overleden in 1777. Antonij en Dingena zijn getrouwd op 13 mei
1745 en zij woonden waarschijnlijk vanaf die datum op Borteldonk. Waar precies
is niet te achterhalen. Borteldonk is in de kerkelijke registers een lastig
gebied omdat de bewoners soms in Nispen kerkten en soms in de Sint Jan in
Roosendaal. Toen hun zoon Jan geboren werd hadden Antonij en Dingena al drie,
nog levende, kinderen: Geertrui (april 1747), Helena (2 sept 1750), Cornelis (1
maart 1752). Na Jan werden ook nog Lucia
(11 februari 1764) en Christoffel (28 januari 1766) geboren. Deze geboortedata komen
uit de doopregisters en vanaf 1758 zijn ze in overeenstemming te brengen met de
gegevens uit de Gemaallijsten. Bij Lucia is dat niet altijd even eenvoudig,
omdat haar voornaam nogal verhaspeld werd: Sieke, Siake, Syske en dergelijke. Christoffel
is maar twee jaar oud geworden. Hij is begraven op 11 november 1768. In het
archief van de gemeente Roosendaal (Inv. no. 410) bevindt zich een
Visitatieakte waaruit blijkt dat Christoffel is verdronken op 9 november 1768
in een sloot bij de boerderij van de weduwe van Cornelis Helmonts, ook op
Borteldonk, bij wie een paar jaar later dochter Helena Elsten als meid in
dienst was. De plaats waar het dode lichaampje van Christoffel werd gevonden,
wordt nog iets nauwkeuriger aangeduid: in een sloot tegens 's Heeren wegh. Is hier de latere Nispense weg bedoeld?
Deze
Christoffel is een belangrijke schakel in deze familielijn, want via hem is de
voornaam Christ in de familie doorgegeven, die eeuwenlang, ook in jongere
generaties van de familie Elsten, steeds terugkeerde.
De
zoon Cornelis is veertien jaar oud geworden. Hij is begraven in Nispen op 28
februari 1766. De pastoor van Nispen moest op één pagina van zijn
begrafenisregister twee keer een overlijden vermelden in hetzelfde gezin, want
de vader Antonij overleed ook in 1766 en wel op 28 april. Deze pastoor gebruikte
bij geboorten en sterfgevallen in dit gezin ook regelmatig de achternaam Nelst
maar hij noteerde ook dat deze familie op de Kruisstraat woonde. Samengevat:
Antonij Elsten en Dingena Cools kregen zeven kinderen, van wie er vier
volwassen zijn geworden. Van deze vier zal de dochter Lucia haar vader
nauwelijks gekend hebben en de zoon Jan was nog geen zeven jaar toen zijn vader
stierf.
Is er
iets te zeggen over de maatschappelijke positie van al deze mensen? De
Gemaallijsten geven alleen aanwijzingen. Antonij Elsten en Dingena Cools waren
waarschijnlijk heel kleine boertjes. Een beetje (eigen?) grond en er zal wat
bijverdiend zijn bij de boeren in de buurt. Een moestuin, een geit, een paar
varkens? Ze woonden wel hun hele leven op hetzelfde adres op Borteldonk. Hun
kinderen werden meid en knecht. Bij Jan, Helena en Lucia is ook aanwijsbaar bij
wie. Er woonde op Borteldonk wel een rijkere tak van de grote familie Elsten.
Dat was Nicolaas Elsten, die zelf meiden en knechts inhuurde. In de
Gemaallijsten wordt hij bij Borteldonk steeds als eerste genoemd, wat wil
zeggen dat hij op de eerste boerderij van Borteldonk woonde. Maar deze tak van
de familie kreeg na de generatie van Nicolaas een andere naam (van Roomen),
omdat er vererving via zijn dochters plaatsvond.
Vanaf 1758 komt het gezin van Antonij Elsten en Dingena
Cools in de Gemaallijsten voor. In 1758 met drie thuiswonende kinderen: Lena,
Cornelis en Jan. De oudste dochter Geertrui was toen kennelijk al het huis uit.
Ze was toen elf jaar. De volgende jaren blijft dit alles ongeveer hetzelfde.
Vanaf 1766 wordt Dingena als weduwe vermeld. Dochter Geertrui woont dan ook
weer thuis en de andere kinderen zijn Jan, Lucia en Stoffel. In 1769 staat
Geertrui bij de volwassenen en als kinderen worden alleen nog Jan en Lucia
vermeld. De laatste staat deze keer ingeboekt als Seijken. In 1770 is de
situatie ongewijzigd. Het jaar 1771 ontbreekt en in 1772 wordt de situatie iets
duidelijker. Dingena Cools woont nog steeds met haar dochter Lucia op hetzelfde
adres, maar er is ook een thuisligster (kostgangster) in huis gekomen. Dat is
Adriana Cools, de weduwe van Meerten Broos. Adriana moet een zuster van Dingena
geweest zijn en zij woonde eerder ook al op Borteldonk. Ze zullen samen
geprobeerd hebben het hoofd boven water te houden, maar dit hele huisgezin
krijgt wel de aantekening 'arm'. In 1772 blijkt ook dat dochter Helena, die
toen 22 jaar was, als meid in dienst is getreden bij Josijn Deckers, de weduwe
van Cornelis Helmonts, die ook op Borteldonk woonde. En de zoon Jan Elsten (hij
was toen 14 jaar) is op hetzelfde bedrijf koeiwachter geworden. In 1773 is de
aantekening 'arm' weer verdwenen en is verder de situatie hetzelfde. In 1775
zijn er geen thuiswonende kinderen meer bij Dingena Cools, de thuisligster
woont nog wel bij haar. 1776 ontbreekt maar in de volgende twee jaren blijkt
dat dochter Helena intussen getrouwd is (op 1 mei 1774) met Jan Nieuwlaat en
met haar twee kinderen Passier en Antonij naast haar moeder is gaan wonen. Zij
heeft zelfs twee thuisligsters. Bovendien blijkt dat dochter Geertrui getrouwd
is met Marijn Smout, intussen drie kinderen heeft en een eindje verderop ook op
Borteldonk woont. Zij kon zich zelfs een eigen koeiwachter permitteren. Samen
zullen zij hun moeder in de laatste jaren geholpen hebben. Dingena Cools is
gestorven op 22 oktober 1777.
We volgen nu verder het spoor van de zoon Jan Elsten. Hij
blijkt dus koeiwachter geworden te zijn, op veertienjarige leeftijd, misschien
nog jonger. En dat houdt in dat hij niet meer bij zijn ouders woonde. Buiten
kost en inwoning zullen de verdiensten van een koeiwachter minimaal geweest
zijn en ook de inwoning zullen we ons voor die tijd als bijzonder primitief
moeten voorstellen. Er komen in de Gemaallijsten talloze koeiwachters voor.
Uitputtend onderzoek zou nog wel wat meer informatie kunnen opleveren. Maar na
de dood van zijn moeder was er voor Jan en zijn jongere zus Lucia dus geen
'thuisadres' meer. Vanaf 1783 wordt de situatie duidelijker. Jan Elsten is dan
knecht bij Cornelis van Heijst. Die woonde op de Nispenseweg, op de boerderij
die later van Jan Rombouts was. Daar was kennelijk van enige welvaart sprake.
Cornelis van Heijst had twee knechts (Jan Elsten en Cornelis Aarts, die een
jaar later was vervangen door Hendrik Huybregts) en een meid, Cornelia van den
Boom. En er waren in 1783 al zeven kinderen. Daar op de Nispenseweg zaten dus
elke middag minstens twaalf eters rond de tafel. In 1784 is deze hele situatie
ongewijzigd.
Cornelis van Heijst was een zoon van Jacobus van Heijst,
uit diens tweede huwelijk (op 30 april 1741) met Anna Uitdewilligen. Jacobus
was eerst gehuwd (23 januari 1735) geweest met Cornelia Adden, overleden op 5
augustus 1739. Met haar had hij twee kinderen, Steven en Passijn. In die tijd
was hij boer op de Lindenburg. Die boerderij huurde hij van de
grootgrondbezitter Jonker de Heetvelde, die de rijke Antwerpse familie Rocockx
vertegenwoordigde. Later treffen we Jacobus van Heijst op andere adressen aan
met zijn tweede vrouw en met haar krijgt hij nog een heel groot gezin. Op 27
november 1745 werd zijn zoon Cornelis geboren en op 9 juli 1756 werd hij zelfs
de vader van een vierling. Maar op 24 juli van dat jaar waren drie van deze
vier kinderen al overleden.
Cornelis van Heijst was op 21 oktober 1770 getrouwd met
Adriana Vos. Zij was een dochter van Adriaan Gijsbregtse Vos en Barbara Adden
(getrouwd op 5 augustus 1742). Barbara en bovengenoemde Cornelia Adden waren
zusters. Zij waren dochters van Michiel Adden, die op Langdonk bij de brug over
de Turfvaart woonde (waarschijnlijk) op de boerderij van later Broos-Elsten.
Deze Michiel Adden had nog een dochter, Adriana, die getrouwd was met Faas van
Osta, die via zijn dochter Johanna de stamvader werd van de verschillende
families Broos op Langdonk. Dit alles laat weer eens duidelijk zien hoe
verweven al deze Langdonkse families in hun betrekkingen waren.
Bij Cornelis van Heijst op de Nispenseweg
werkte ook Cornelia van den Boom, net als Jan Elsten. Zij was er meid, eveneens
vanaf 1783. Cornelia kwam uit Groot-Zundert.
Zij was geboren op 23 februari 1756 als dochter van Cornelius van den
Boom en Catharina Georgius Vervoort. Er waren wel meer meiden en knechts die
vanuit Zundert werk zochten in Roosendaal. Waarschijnlijk waren de gezinnen en
de armoede in Zundert nog groter. Even later, in 1789, werkte ook Lambertus van
den Boom bij Cornelis van Heijst. Dat was waarschijnlijk een broer van
Cornelia.
Jan Elsten en Cornelia van den Boom trouwden
met elkaar op zondag 22 mei 1785 in de kerk van Sint Jan de Doper in
Roosendaal. Ze trouwden met twee echtparen in
dezelfde kerkdienst en met dezelfde getuigen.
Voor enige plechtigheid of opschik was er bij deze bruiloft geen ruimte. Alles
was waarschijnlijk met de nodige vaart beklonken. Na hun bruiloft gingen Jan en
Cornelia op Langdonk wonen. In de lijst
van de Gemaalgelden van 1785 komen ze niet meer
voor als personeel bij Cornelis van Heijst en wel op Langdonk. Jan en Cornelia
woonden daar in de volgorde van de lijst tussen Doom van der Heijden en
Engelbert Leenders. Dat is tussen de boerderij van later Langdonk 14
(Uytdehaag) en de Lindenburg in. Maar volgens latere kaarten heeft daar nooit
een huis gestaan. Hoe moeten we dat interpreteren? Het is aannemelijk dat ze
woonruimte hebben gevonden in een of ander armoedig
Het
huwelijk van Jan Elsten en Cornelia van den Boom in het huwelijksregister van
sint Jan de Doper in Roosendaal
bijgebouwtje bij de boerderij van Doom van der
Heijden en eigenlijk woonden ze zo bij hem op het erf, zoals wel meer meiden en
knechts woonden. Deze redenering vindt enige steun in het feit dat enkele jaren
later de ambtenaar die de gemaallijsten opmaakte erbij noteerde dat 'in de
keet' van Doom van der Heijden ook een gezin woonde (Willem van Dorst met vrouw
en kind). We moeten ons van het wooncomfort op Langdonk in die tijd niet veel
voorstellen en omdat Jan Elsten en Cornelia hals over kop wilden trouwen zullen
ze zich met een minimale behuizing tevreden hebben moeten stellen. Dat Jan en
Cornelia na 1785 niet meer bij Cornelis van Heijst vermeld worden, wil
overigens niet zeggen dat zij niet meer bij hem werkten. Ze waren alleen niet
meer inwonend.
Op 17 oktober 1785 werd het eerste kind van Jan
Elsten en zijn vrouw geboren: Dymphna, dus
genoemd naar de moeder van de vader. Maar Dymphna leefde maar twaalf dagen. Ze overleed op 29 oktober 1785.
In 1786 worden Jan en Cornelia in de Gemaallijsten zonder kinderen op dezelfde
plaats vermeld. Op 22 februari 1787 kwam Catharina ter wereld. Zij werd genoemd
naar de moeder van de moeder. (Zij trouwde later met Jan Mol en ze is 75 jaar
geworden). Daarna volgde een paar jaar later Antonij (op 12 februari 1790), die
de pastoor bij de doop als Antonius Helsten inboekte. Na hem volgden nog twee
jongens: Cornelius op 15 september 1792 en Christoforus op 21 december 1796.
Van Cornelius is in het archief verder niets te vinden. Wel blijkt uit het
begrafenisregister dat op 15 september 1798 een naamloos kind van Jan Elsten
begraven is. Dat moet wel om deze Cornelius gaan.
Tussendoor iets meer over de weg die Lucia Elsten, de
jongste zuster van Jan, op Langdonk aflegde, omdat haar carrière als meid goed
te volgen is en nogal afwijkt van de weg die haar zuster Helena gevolgd had. Helena
was namelijk vanaf haar veertiende jaar tot haar huwelijk op 24-jarige leeftijd
waarschijnlijk steeds op hetzelfde bedrijf, van Cornelis Helmonts op
Borteldonk, blijven werken. Maar Lucia heeft op heel wat verschillende plaatsen
gewerkt. We treffen haar in 1784 aan als meid bij Adriaan Meesters. Die woonde
tegenover Doom van der Heijden, op de boerderij dus van later Langdonk 3
(Gommers). Uit de lijsten van 1785 en 1786 blijkt dat Lucia dan meid is
geworden bij Arnoldus van Roomen die getrouwd was met Cornelia Elsten, de
dochter van bovengenoemde Nicolaas Elsten die op de eerste boerderij van
Borteldonk (later Talboom?) woonde. Daarna is ze een paar jaar buiten beeld
maar in 1789, 1790 en 1791 is ze meid bij Marijn Broos en Johanna van Osta op
later Langdonk 1 (Broos-Elsten). In 1792 en 1793 blijkt ze te werken op het in
de familie Elsten vertrouwde adres, bij Cornelis van Heijst. Daar blijkt ze in
1794 weer vertrokken te zijn, want in dat jaar werkt ze als meid bij Adriaan
Paassen, die als huurder op de boerderij van later Langdonk 10 (Van Wesel)
woonde, tegenover Marijn Broos dus. Op dat adres werkte als knecht ook Cornelis
Karremans uit Groot-Zundert. Lucia Elsten en Cornelis Karremans trouwden met
elkaar op 24 april 1796. Waar ze gingen wonen is niet bekend. Lucia was 32 jaar
oud toen ze trouwde.
Na zo een opsomming
kunnen we ons afvragen of al deze meiden en knechts zonder meer
uitwisselbaar waren, of was het ook mogelijk dat sommigen van hen een speciale
deskundigheid ontwikkelden. Bij de knechts zou je kunnen denken aan
paardenknechts, die vooral de paarden verzorgden, ploegden, voor alle vervoer
zorgden enzovoorts. De meiden werden zeker ingeschakeld bij het melken en
misschien toen ook nog bij de boter- en kaasbereiding en bij het oogsten. Maar
misschien waren er in de grote gezinnen van die tijd ook wel kindermeiden op
Langdonk. Want wat was de reden voor het regelmatige verhuizen van de ene
boerderij naar de andere? Werd er een speciale deskundigheid gevraagd of was
het alleen een kwestie van geld?
Toen Jacobus van Heijst op 6 april 1741 bij
notaris Bosschart voor de hoeve Lindenburg een boedelbeschrijving liet opmaken,
bleek hij 26 kasten bijen te bezitten, getaxeerd op drie gulden en tien
stuivers per kast. Dat wijst toch op een professionele vorm van imkerij. Wie
had op zo een boerderij de deskundigheid
om dat vak uit te oefenen? Een nauwkeurige bestudering van de Kohieren voor de
Gemaalgelden zou voor Langdonk misschien nog een paar antwoorden op deze vragen
kunnen opleveren.
Keren we terug naar Jan Elsten. Waarschijnlijk
in 1790 is hij met zijn gezin verhuisd naar een andere woning op Langdonk. En
wel naar het eerste huis (vanaf de Nispenseweg) in de latere Langdonksestraat.
Met steun van de latere nummering op de Gemaallijsten en van de latere
Kadasterkaarten is het toelaatbaar te concluderen dat dit gaat om een woning
die stond op de plek van het latere Langdonk 2 (Rijnkels). Jan Elsten is daar
verder zijn hele leven blijven wonen.
In de Gemaallijsten zien we hoe zijn gezin zich
ontwikkelt. In 1797 worden vier kinderen vermeld: Catharina, Anthonij, Cornelis
en Christoffel. Maar voor een gezin met vier jonge kinderen was het loon van
een boerenknecht kennelijk onvoldoende. Ze krijgen in de lijsten de
aantekening: arm. Dat betekende dat ze de 'heffing der gemaalgelden' niet hoefden
te betalen. In 1799 is dat predicaat weer verdwenen. En in 1800 wonen er bij
Jan Elsten en zijn vrouw nog maar twee kinderen: Catharina en Christoffel.
Waarschijnlijk is Cornelis dan al overleden en Antonij vinden we terug op een
andere plek. Hij is koeiwachter geworden bij Cornelis van Heijst op de
Nispenseweg. Antonij was toen 10 jaar. Mogelijk werkte zijn vader toen ook nog
steeds bij Van Heijst. Dat is met de Gemaallijsten niet vast te stellen. Als we
de lijst letterlijk nemen woonde Antonij dus vanaf zijn tiende jaar niet meer
bij zijn ouders. Of dat ook echt het geval was, blijft de vraag. Hij woonde en
werkte in elk geval dicht bij hen.
De vermelding van het kind Cornelis in de lijst
van 1799 blijft dubieus. Hij zou al in september 1798 gestorven zijn, maar het
is niet altijd nauwkeurig vast te stellen wanneer precies de lijsten zijn
opgemaakt. Vanaf 1798 gaan de lijsten vaak over twee jaar tegelijk. In 1802 en
1803 wordt bij Jan Elsten alleen nog Stoffel als inwonend kind vermeld.
Catharina is ook het huis uitgegaan. Bij wie zij is gaan inwonen is niet
bekend. Maar in dat jaar wordt ook Antonij niet meer als koeiwachter bij
Cornelis van Heijst vermeld. Ook waar hij woonde, is niet bekend. Maar het zou
hier ook best om een onnauwkeurige vermelding kunnen gaan, want in 1804 is
Antonij weer als koeiwachter op de Nispenseweg terug. Op 5 februari 1805 is
Cornelis van Heijst overleden, maar zijn echtgenote Adriana Vos zette het
bedrijf gewoon voort, met haar drie volwassen kinderen, een meid, een knecht en
een koeiwachter. En misschien met nog meer personeel, dat niet inwonend was.
Maar de genoemde knecht was Antonij Elsten. Die had dus promotie gemaakt. Hij
was toen vijftien jaar. Jan Elsten had in dat jaar geen inwonende kinderen
meer. Ook Stoffel had kennelijk een baantje gevonden.
Wat betreft Antonij blijft de situatie in 1806
hetzelfde. Hij blijft knecht bij de Weduwe van Heijst-Vos. Maar in 1807 is het
weer anders. Dan is Antonij knecht bij Antonij Rommens die in Wijk M nummer 45 woonde. Dat
moet ergens op de Kortendijk geweest zijn. Antonij Rommens had geen echtgenote,
maar wel twee knechts, drie meiden en een koeiwachter en die laatste was
Stoffel Elsten, de zes jaar jongere broer van Antonij. Na 1807 worden de
lijsten voor de Gemaalheffingen steeds rommeliger. We kunnen in 1808 nog vinden
dat Stoffel nog steeds bij Rommens werkte, maar Antonij raakt uit het zicht.
Hij was toen 18 jaar.
Vanaf 1806 is Nederland een Koninkrijk onder Lodewijk
Napoleon, de broer van de Franse keizer. In 1810 werd Nederland een deel van
het grote Franse rijk onder Napoleon zelf. Er kwamen veel nieuwe wetten en
Napoleon wilde zijn rijk nog veel groter maken. Een van die nieuwe wetten
behelsde de invoering van de dienstplicht, de conscriptie. Antonij Elsten komt
in het West-Brabantse archief na 1807 nog maar één keer voor. Er zijn wel een
paar vermeldingen in andere archieven. In het West-Brabantse archief bevindt
zich een akte in het Frans uit 1812.
Aan de Roosendaalse autoriteiten werd
meegedeeld dat in het militaire ziekenhuis in Middelburg op 9 oktober 1812
overleden is Antoine Eltsen, in de leeftijd van 22 jaar, geboren in Roosendaal,
Departement van de Twee Nethes. Een spelfout in de achternaam, maar uit een
lijst waarin alle militairen staan die dienst hebben genomen in het leger van
Napoleon, blijkt dat het zeker is dat het om Antonij Elsten gaat, de zoon van
Jan Elsten en Cornelia van den Boom. In die lijst worden zijn ouders er
namelijk bij vermeld. In het Zeeuws archief in Middelburg wordt nog een
register bewaard met de namen van alle militairen die in het militaire
hospitaal werden
opgenomen. Daaruit blijkt dat Antonij onder
nummer 6779 (en onder de naam Antonin Eltser, oud 22 jaar) op 17 september 1812
in het ziekenhuis binnenkwam. Het Régistre
pour les Entrans vermeldt vaak tientallen, soms honderden, namen per dag.
Het gaat daarbij om Nederlanders, maar ook Belgen, Fransen en
De
mededeling van het overlijden van Antonij Elsten in Middelburg
vooral ook Spanjaarden. Er is niet vermeld of Antonij
gewond was of dat het om een ziekte ging. Ook het register waaruit de
Roosendaalse bestuurders een uittreksel ontvingen, ligt nog in Middelburg, met
iets meer informatie. Antonij blijkt fusilier geweest te zijn bij de Garde
Nationale, 75ste Cohort, 5de Bataljon, 2de
Compagnie en hij is op 9 oktober 1812 overleden aan 'fièvre adynamique'. Dat
kan het best gelezen worden als 'totale uitputting door koorts'.
In de Franse militaire archieven in Parijs
(Vincennes) bevinden zich ook nog de zogenaamde Matricules, de
stamboekinschrijvingen van alle militairen die in het Franse leger gediend
hebben. Maar deze informatie is voor de Nationale Garde op dit moment nog niet
gedigitaliseerd.
Als de broer van Antonij, Christoffel, in 1815
in het Inschrijvingsregister voor dienstplichtige mannen wordt opgenomen, wordt
erbij vermeld dat hij de enige zoon is. Christoffel zal om die reden
vrijstelling gekregen hebben, maar deze toevoeging maakt dus ook duidelijk dat
er in 1815 van de vijf kinderen van Jan Elsten en Cornelia van den Boom nog
maar twee in leven waren: Catharina en Christoffel. Stoffel was in 1815
boerenknecht bij Jacobus Uijtdehaag op het Rietgoor.
Slot.
Jan Elsten en Cornelia van den Boom bleven op
Langdonk wonen. Zij huurden hun woning van de familie Haast, die boerden op een
hoeve aan de Nispenseweg (later Van Gastel, vlakbij de Rondweg). Jan Elsten is
overleden op 22 april 1831 en Cornelia op 7 april 1838. Hun zoon Stoffel was op
17 april 1825 getrouwd met Barbara van Luijck uit Nispen. Hij woonde bij zijn
ouders in en was boerenknecht. Op 13 oktober 1825 wordt op het gemeentehuis in
Roosendaal aangifte gedaan van de geboorte van een levenloos kind van
Christoffel en Barbara. Maar deze aangifte werd niet gedaan door de vader maar
door Cornelis Broos (Langdonk 1) en Egidius Loos (Langdonk 8, Romme). Zij
noemden zich de buren van Christoffel.
Als Christoffel Elsten in 1831 het overlijden
van zijn vader aangeeft op de gemeentesecretarie en in 1838 van zijn moeder,
ondertekent hij met zijn naam en dus niet met een kruisje zoals toen vaak
gebeurde. Het zijn de oudste bewijzen dat hij kon schrijven, zij het nogal
hoekig. Of de nog oudere generaties ook hadden leren lezen en schrijven is niet
bekend. Aktes waarop zij tekenden zijn er eenvoudig niet. Stoffel Elsten en
Barbara van Luijck krijgen tussen 1826 en 1838 zeven kinderen. De oudste wordt
Antonius genoemd. Op 31 november 1831 wordt Johannes geboren, genoemd naar zijn grootvader. Deze Jan Elsten
trouwt op 8 augustus 1869 met Johanna van Gunst uit Oud-Gastel. Zij kregen vijf
kinderen, eerst drie meisjes en daarna twee jongens, op 5 juni 1880 Christoffel
en op 20 oktober 1883 Adrianus. Christ Elsten woonde de eerste helft van de
twintigste eeuw met een groot gezin in de Kalverstraat en Janus Elsten werd 103
jaar oud aan de Oude Turfvaart, eveneens met een groot gezin. Het echtpaar Jan
Elsten en Johanna van Gunst is de oudste generatie waarvan foto's bekend zijn
in de familie.
Johanna van Gunst en Jan
Elsten.
De
foto's zijn waarschijnlijk gemaakt in 1909, maar zeker vóór 1914. Antonij
Elsten, die dienst nam in het leger van Napoleon, was een broer van de vader
van deze Jan Elsten.
Het
boerderijtje aan de Kalverstraat waarop Jan Elsten en Johanna van Gunst woonden
vanaf 1876. Vanaf 1912 was het de woning van Christ Elsten en Cornelia
Maatjens. Ongeveer in 1928 is dit boerderijtje afgebroken en vervangen door een
nieuw huis en stal. Op de voorgrond staat de manege, die na 1928 stond tussen
het nieuwe huis en de schuur. Dit schilderijtje is gemaakt naar een foto van
het originele schilderijtje (uit de jaren twintig?) dat helaas verloren is
gegaan.
Malden, februari 2017 (bewerkt oktober 2018)
![]() | |
Christ Elsten als soldaat, ongeveer 1900 |
Cees Elsten
c.elsten@planet.nl
Deelstamboom
Elsten (Beknopt)
Dikgedrukt
de rechte lijn van de voorouders vanaf Christoffel Elsten geb 5 juli 1880.
Antony Elsten
geb.
30 april 1719, overl 28 april 1766 zoon
van
Christophorus
Cornelissen Elsten
en
Gertrudis Cornelissen
Meesters
trouwt
op 23 mei 1745 met
Dingena Cools,
geb
16 febr 1722, overl 24 okt 1777 dochter van
Joannes Janssen Cools en
Heyltje Denissen
Nuijten
Dit
gezin woonde op Borteldonk/Kruisstraat
Kinderen
uit dit huwelijk:
---Gertrudis,
geb 21 april 1747
Gertrudis
trouwde op 3 dec 1769 met Marinus Smout (overleden 26 nov 1792) en zij is
overleden op 27 sept 1795. Zij woonden op Borteldonk/Kruisstraat.
---Helena,
geb 2 sept 1750
Helena
trouwde op 1 mei 1774 met Joannes Nieuwelaat. Zij is overleden op 18 okt 1818.
Zij woonden op Borteldonk en later (vanaf 1784 in Nispen, Wijk O, Nr.3, met hun
kinderen Passier, Antony, Dina en Dominicus.
---Cornelis,
geb 1 mrt 1752.
Hij
is overleden 28 feb 1766, begraven in Nispen-Essen
---Joannes
Antonius, geb 27 aug 1755.
Hij
is overleden 20 sept 1758, begraven in Nispen-Essen
---Joannes, geb 4 mrt 1759
---Lucia,
geb 11 feb 1764, overleden vóór 1829.
Zij
trouwde op 24 april 1796 met Cornelis Karremans uit Groot-Zundert. Die is
overleden op 31 dec 1833 in Steenbergen, maar aangegeven in Zundert.
---Christoffel,
geb 28 jan 1766.
Hij
is overleden op 11 nov 1768, begraven in Nispen-Essen.
Joannes Elsten
geb.
4 mrt 1759 (Joannes Elst, natus in Borteldonk), overl 22 april 1831
trouwt
op 22 mei 1785 met
Cornelia van den (der)
Boom
geb.
23 febr 1756 in Groot-Zundert, overl 7 april
1838, dochter van
Cornelius van den Boom en
Catharina Georgius
Vervoort
Dit
gezin woonde op minstens twee adressen op Langdonk.
Kinderen
uit dit huwelijk:
---Dymphna,
geb 17 okt 1785 overl op 29 okt 1789.
---Catharina,
geb 22 febr 1787, overl 15 okt 1862.
Zij
trouwde op 5 mei 1822 met Jan Mol uit Rucphen
---Antony,
geb 12 febr 1790 (in het geboorteregister vermeld als Helsten, geboren op
Langdonk), overl 9 okt 1812 in Middelburg als lid van de Tweede Compagnie van
het 75ste Cohorte van de Garde Nationale.
---Cornelius,
geb 15 sept 1792, overl 15 sept 1798 (?)
---Christophorus, geb 21 dec 1796,
overl 6 aug 1869
Christophorus Elsten, geb 21 dec 1796,
overl 6 aug 1869
Trouwt
op 17 april 1825 met
Barbara van Luijck, geb 19 juli 1799,
overl 16 aprl 1859 dochter van Gommarus
van Luijck en Elisabeth Quintinus,
geboren te Nispen-Essen op de Klokberg (is de latere Bergsebaan).
Dit
gezin woonde op Langdonk.
Kinderen
uit dit huwelijk:
---een
levenloos kind geb 13 oktober 1825
---Antonius,
geb 30 okt 1826, overl 16 aug 1887.
Hij
trouwde op 1 nov 1857 met Wilhelmina Vergouwen, geb 27 juli 1827, overl 24 mei
1910.
---Elisabeth,
geb 21 okt 1828, overl 20 febr 1900
Zij
trouwde op 6 mei 1868 met Petrus Schepers, geb 12 aug 1833, overl 23 sept 1916.
---een
levenloos kind, 24 juli 1830
---Dimphna,
29 mei 1831, overl 3 juni 1831
---Johannes geb 13 nov 1832, overl 10 mrt
1917
---Gommarus
geb 10 okt 1835, overl 25 nov 1838
---Anna
Cornelia geb 9 juli 1838, vertrekt op 31 okt 1896 naar Steenbergen.
---Dimphna,
geb 15 jan 1841, overl 14 mei 1895.
Zij
trouwde op 15 mei 1867 met Adrianus Dekkers, geb 28 sept 1837, overl 17 mrt
1910
Johannes Elsten geb 13 nov 1832 overl
11 mrt 1917
trouwt
op 8 augustus 1869 in Oud-Gastel met
Johanna van Gunst geb 29 juni 1839 te
Oud-Gastel, overl 19 juni 1914, dochter van Philippus van Gunst en
Elisabeth Meegank
Kinderen
uit dit huwelijk:
---Maria
Elisabeth, geb 13 sept 1870, overl 3 dec 1951.
Zij
touwde op 28 april 1896 met Franciscus van Overveld, geb 9 mrt 1875, overl 9
febr 1947.
---Barbara
Adriana, geb 17 juni 1874, overl 31 okt 1946.
Zij
trouwde op 26 april 1898 met Marinus Hopstaken, kleermaker, geb 29 jan 1877,
overl 11 juni 1916
---Anna
Maria, geb 9 sept 1875, overl 9 juni 1968 te Breda
Zij
trouwde op 22 april 1907 met Johannes van Dorst geb 24 okt 1884, overl 15 mei
1934. Zij woonden eerst op de Kalsdonksestraat, later in Oisterwijk en Breda.
---Christoffel, geb 5 juli 1880, overl 23
okt 1953.
Hij
trouwt op 7 mei 1912 met Cornelia
Johanna Maatjens, geb 19 april 1888, overl 25 febr 1964
---Adrianus
Philippus, geb 20 okt 1883, overl 25 okt 1986.
Hij
trouwde op 5 april 1912 met Cornelia van Gastel, geb 3 okt 1880 overl 9 nov
1920 en in tweede huwelijk op 29 april 1924 met Catharina Uytdehaag geb 19 juni
1898, overl 11 febr 1990.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten